U bent betrokken bij een aanrijding met een brommer? Is de bromfietser aansprakelijk voor het brommer ongeval of bent u dat? Zijn er gewonden bij het ongeluk met de bromfiets ontstaan? Hoeveel schadevergoeding bij een brommerongeluk kunt u claimen?
Wie moet bij een brommerongeval voor de schade opdraaien? Hoe zit het met de aansprakelijkheid? Bent u aangereden door een brommer of heeft een bromfiets u aangereden? Wie vergoedt de schade als een fietser of voetganger aangereden is?

Een ongeval met een brommer in het verkeer is meestal niet zonder gevolgen. Brommers zijn relatief onbeschermd bij een aanrijding met een auto of bus. De wettelijk verplichte helm en verplichte bromfietsrijbewijs kunnen niet voorkomen dat bij brommerongelukken in het verkeer vaak gewonden ontstaan en hoge letselschade bedragen.
Hoge letselschade bedragen die meestal volledig door de veroorzaker van het ongeval vergoed moeten worden, maar niet altijd. Bij sommige brommerongevallen ligt de aansprakelijkheid, en daarmee de verplichting tot het betalen van de schadevergoeding, niet helemaal bij de veroorzaker van het brommerongeluk.
Aansprakelijkheid bromfietser bij brommerongeluk
In principe draait de veroorzaker van het het brommerongeluk voor de schade op. Ondanks de kwetsbaarheid van een bromfietser wordt deze in het verkeersreglement gelijkgesteld met de kwetsbaarheid van een:
- auto,
- bus,
- motor,
- scooter,
- bestelbus,
- of elk ander gemotoriseerd voertuig.
Deze sterke weggebruikers worden in de wet als gelijkwaardige verkeersdeelnemers gezien. Bij gelijkwaardige verkeersdeelnemers telt de schuldvraag als het gaat om de aansprakelijkheid. De aansprakelijkheid ligt anders als de brommer een ongeluk heeft gehad met een:
- voetganger,
- fietser,
- kind.
Aanrijding brommer met auto
Als een brommer aangereden wordt door een auto of een brommer komt in botsing met een auto, dan vindt er een aanrijding plaats tussen twee sterke verkeersdeelnemers. Bij de vraag: wie is aansprakelijk voor de schade, is de vraag van belang: wie heeft er schuld aan de aanrijding.
Als bij dit verkeersongeval de bromfietser schuldig is aan de aanrijding met de auto, dan is de bromfietser volledig aansprakelijk. De automobilist kan een maximale schadevergoeding tegemoet zien van de verzekering van de bromfietser. Hebben beide schuld omdat ze allebei een verkeersfout maakten, dan wordt de aansprakelijkheid verdeeld.
Bepaalt de rechter dat de brommer voor 80% schuldig is aan de botsing, dan moet de bromfietser 80% van de letselschade van de automobilist voldoen. De automobilist moet dan dus zelf een vijfde deel van zijn schade zelf betalen.
Aanrijding brommer en fietser
Als een fietser door een brommer aangereden wordt, is er sprake van een aanrijding tussen een zwakke en sterke verkeersdeelnemer. De gemotoriseerde brommer is dan altijd al voor 50% aansprakelijk voor de schade. Ook al was het de fietser die door rood reed of de fietser die van links kwam en de brommer geen voorrang gaf. De brommer moet dan toch de helft van de schade vergoeden.
Aanrijding brommer en voetganger
Als een brommer een voetganger schept, dan is dezelfde situatie van toepassing als bij een fietser. De bromfiets is bij een aanrijding met een voetganger die oversteekt altijd voor de helft aansprakelijk voor de schade. De bromfietser moet voor 50% de schade vergoeden.
Als een bromfietser een kind aanrijdt, is er een speciale situatie van aansprakelijkheid. Een kind dat is aangereden door een brommer zal aanzienlijke letselschade hebben. Reden voor de wetgever om de aansprakelijkheid geheel, voor de volle 100%, bij een aanrijding bij de bromfietser te leggen. Kinderen onder de veertien jaar zijn nooit aansprakelijk voor enige schade.
Welke schade wordt vergoed bij een brommerongeluk?
Als u een brommerongeluk hebt gehad en u bent niet aansprakelijk daarvoor, dan is het wettelijk geregeld dat u geen enkel financieel nadeel mag ondervinden van het ongeval. Alle letselschade die u ondervindt, moet worden vergoed. Dit kan natuurlijk schade zijn aan uw kleding, voertuig of wellicht is uw bril bij het brommerongeval stuk gegaan. Maar er is meer financieel schade die op u afkomt. Enige voorbeelden.
- Inkomensschade. Als u gewond bent geraakt door het ongeval met de brommer kunt u wellicht een tijd of mogelijk helemaal niet meer uw oude baan oppakken. U bent arbeidsongeschikt of moet ander slechter betalend werk zoeken. Hierdoor loopt u inkomen mis. Dit verlies aan inkomen moet financieel gecompenseerd worden middels een schadevergoeding.
- Ziektekosten. Als u naar het ziekenhuis moet, is het eigen risico van uw zorgverzekering eigenlijk direct opgemaakt. Dit zijn voor u kosten die u anders niet gemaakt zou hebben. Dit moet worden vergoed. U moet voor controles naar het ziekenhuis rijden. U maakt benzinekosten. Dit moet worden vergoed. U heeft meer fysiotherapie nodig dan u volgens uw zorgpolis kunt declareren. Deze extra kosten moeten worden vergoed. U koopt bij uw apotheek pijnstillers en verbandmateriaal met een eigen bijdrage. Deze kosten moeten worden vergoed.
- Extra hulp. Door het opgelopen letsel kunt u niet direct alles meer in huis. Het huishouden lukt niet meer en u heeft extra huishoudelijke hulp nodig. Deze kosten dienen te worden vergoed. Omdat u vaak naar therapie moet, heeft u extra oppas nodig voor uw kinderen. Deze kosten moeten worden vergoed. Ook bent u niet in staat om uw huis te verven. Een karweitje dat u voor het brommerongeluk wel zelf deed. Het inhuren van een schilder moet worden vergoed.
- Rechtshulp. Na het brommerongeluk heeft u juridische hulp nodig van een letselschade advocaat of een letselschade expert. Deze hulp is niet goedkoop. Omdat u zonder het brommerongeluk geen letselschade procedure zou hebben en deze kosten niet zou maken, kunt u de rechtshulpkosten van een letselschade jurist ook als schadepost opvoeren.
- Nutteloze uitgaven. Door uw letsel bent u niet meer in staat om te sporten. Toch loopt het jaarabonnement van de sportschool door, terwijl u er niets aan heeft. De kosten van uw nutteloze sportabonnement worden vergoed.
- Smartengeld. Bij een ongeval met een brommer kunt u dusdanig letsel oplopen dat u er ook psychische onder lijdt. Lelijke littekens, uw favoriete hobby niet meer kunnen uitoefenen, angsten, e.d. leiden ertoe dat u minder plezier in het leven heeft dan voor het brommerongeluk. Deze psychische schade komt ook voor een schadevergoeding in aanmerking. Dit wordt smartengeld genoemd.
Alle onkosten die u niet gehad zou hebben als het ongeluk met de brommer niet zou hebben plaatsgevonden worden vergoed. Bent u niet aansprakelijk, dan mag u er financieel niet op achteruit gaan.
Bromfietsers hebben een bromfietsrijbewijs nodig
Bij een ongeluk met een brommer is het belangrijk om te controleren of de bromfietser een bromfietshelm droeg en in het bezit is van een bromfietsbewijs. Een bromfietsrijbewijs is verplicht voor het op de openbare weg rijden met een:
- brommer,
- scooter,
- brommobiel,
- snorfiets,
- bromfiets,
- speed-pedelec.
Brommerrijders zijn vaak jong. Vanaf 15 jaar kan het theorie-examen van het bromfietsrijbewijs gedaan worden zodat vanaf het 16-de jaar brommerrijles gevolgd kan worden.
Brommers mogen niet opgevoerd worden. Als er een brommerongeluk met een opgevoerde brommer gebeurt, dan is de bromfietser volledig aansprakelijk voor alle schade. Het is illegaal en ook gevaarlijk voor medewerkgebruikers om een brommer op te voeren. Bij een aanrijding met een brommer die opgevoerd is, kan bij de bromfietser alle letselschade worden geclaimd.
De jonge leeftijd is vaak ook de reden waarom de verzekeringsmaatschappij van de tegenpartij onder de aansprakelijkheid probeert uit te komen. Jonge brommerrijders worden vaak van roekeloos gedrag beschuldigd. In dat geval hoeft de verzekering van de veroorzaker van het ongeluk geen schadevergoeding uit te keren.