De ex-neuroloog moet zich verantwoorden voor het stellen van verkeerde diagnoses en het voorschrijven van verkeerde medicijnen. Alles over de affaire Jansen Steur en het stellen van de verkeerde diagnose op een rij.
Overzicht affaire Jansen Steur tot 1993: verkeerde diagnose en voorschrijven verkeerde medicijnen. Het begin in 1990 – 1992. De samenwerking tussen Jansen Steur en zijn collega’s verloopt verre van optimaal. Er is sprake van conflicten en aanvaringen. 1993. Het Medisch Staf Bestuur (MSB) stelt een commissie in van goede diensten om de samenwerking tussen de neurologen te verbeteren.

Overzicht affaire Jansen Steur tot 1994: verkeerde diagnose en voorschrijven verkeerde medicijnen
Februari 1994
De commissie van goede diensten adviseert om, onder begeleiding, een huishoudelijk reglement in te voeren. Het MSB neemt dit advies over.
2 juni 1994
Ernst Nicolaas Herman Jansen verkrijgt de graad van doctor aan de Rijksuniversiteit Limburg te Maastricht door zijn proefschrift in het openbaar te verdedigen op donderdag, 2 juni 1994 om 14.00 uur
25 juni 1994
Jansen Steur is een gedreven onderzoeker. Zo schreef hij als co-auteur een artikel over dementie bij de ziekte van Parkinson: ‘Lewy-body ziekte of de ziekte van Alzheimer’.
30 juni 1994
Hetzelfde artikel verscheen ook in een Nederlandse versie: Dementie bij de ziekte van Parkinson: ‘Lewy body’-ziekte of ziekte van Alzheimer. Klinische les, Tijdschrift van Geneeskunde.
Juli 1994
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) ontvangt een anonieme melding van een lid van de vakgroep neurologie over het disfunctioneren van Jansen Steur. De IGZ neemt de anonieme klacht niet in behandeling
Overzicht affaire Jansen Steur tot 1995: verkeerde diagnose en voorschrijven verkeerde medicijnen
1995
Uit diverse brieven die Jansen Steur schrijft aan de overige leden van de vakgroep blijkt dat de verhoudingen verstoord zijn en Jansen Steur zich superieur acht ten opzichte van zijn collega’s.
Verkeerde diagnose en voorschrijven verkeerde medicijnen 1996
1996
Bij de Inspectie voor de Gezondheid IGZ is één reële melding over 1996 binnengekomen, met betrekking tot de uitvoering van een punctie in de rug. De Inspectie voor de Gezondheid IGZ is van oordeel dat die klacht niet te maken heeft met onverantwoorde zorg.
Een nabestaande schrijft in een brief aan het ziekenhuis dat Jansen Steur zonder toestemming autopsie heeft toegepast op een overleden patiënt met Parkinson achtige symptomen. De ziekenhuisleiding doet navraag bij Jansen Steur, die verklaart dat nabestaanden toestemming hebben verleend. Er wordt uiteindelijk geen klacht ingediend.
Verkeerde diagnose en voorschrijven verkeerde medicijnen 1997
Januari 1997
De heer Bijker wordt voorzitter van de Raad van Bestuur van het MST. Hij zal weer aftreden op 1 januari 2004. Tegenover de commissie Hoekstra verklaart hij dat bij de overdracht van bestuurlijke dossiers niet gesproken is over de vakgroep neurologie. Vrij snel na zijn aantreden ontdekt hij de samenwerkingsproblemen, maar omdat een van de neurologen om die reden is ontslagen neem hij aan dat alles is opgelost.
Januari 1997
Jansen Steur zegt in een brief aan de vakgroep zijn consulentschap in het Twents Psychiatrisch ziekenhuis (TPZ) op omdat er volgens hem te weinig ondersteuning wordt geboden vanuit het MST.
Maart 1997
Nadat overleg met Jansen Steur op niets uitloopt verzoekt de vakgroep het MSB op schriftelijk om arbitrage. Jansen Steur gaat niet onvoorwaardelijk akkoord met arbitrage en het MSB beschikt niet over middelen hem tot andere gedachten te brengen. Vakgroepleden trekken de conclusie dat ze conflicten zelf maar moeten oplossen.
18 maart 1997
Jansen Steur laat in korte tijd bij ruim 100 patiënten een lumbaalpunctie verrichten, vermoedelijk om onderzoek te doen naar een specifiek eiwit in het hersenvocht. Er is de nodige twijfel over de vraag of de neuroloog patiënten voldoende heeft geïnformeerd over het doel van puncties.
8 april 1997
Collega neurologen vragen Jansen Steur of de toestemming van patiënten voor het onderzoek en de punctie duidelijk is vastgelegd. Als het antwoord daarop niet eenduidig is lichten ze de Raad van Bestuur in.
16 juni 1997
Jansen Steur stuurt informatie naar de Raad van Bestuur over de toestemming van de patiënten voor het onderzoek en de punctie. De Raad van Bestuur stelt een interne commissie in om de zaak te onderzoeken.
26 augustus 1997
Jansen Steur beklaagt zich in een brief aan de Raad van Bestuur over de geruchtenstroom die zowel binnen als buiten het ziekenhuis op gang is gekomen.
September 1997
De door de Raad van Bestuur ingesteld onderzoekscommissie komt tot het oordeel dat de patiënten schriftelijk toestemming hebben gegeven voor het onderzoek. De Raad van Bestuur informeert de IGZ en de vakgroep over deze uitkomst.
8 april 1997
Jansen Steur laat via een advocaat aan de vakgroep coördinator weten dat hij schade ondervindt door het naar buiten brengen van twijfels over zijn onderzoek. De Raad van Bestuur eindigt de discussie over dit onderwerp.
Overzicht affaire Jansen Steur tot 1998: verkeerde diagnose en voorschrijven verkeerde medicijnen
23 april 1998
Bij waarneming van de praktijk van Jansen Steur ontdekt een van de neurologen het ontbreken van documentatie over diagnose en de redenen voor ongebruikelijke medicatie. Hij informeert de Raad van Bestuur, maar een reactie blijft uit.
Verkeerde diagnose en voorschrijven verkeerde medicijnen 1999
20 november 1999
Jansen Steur past samen met een collega een nieuwe techniek toe om het lot van een patiënt met dystonie te verbeteren. De operatie is een succes.
November 1999
Veel patiënten zijn te spreken over zijn toewijding. ‘De neuroloog Jansen Steur was voor ons een schat van een man. Deze buitengewoon sympathieke man stond altijd voor ons klaar.’ schrijft een van hen.
Verkeerde diagnose en voorschrijven verkeerde medicijnen 2000
11 mei 2000
De minister van Volksgezondheid, mevrouw dr. E. Borst-Eilers wil de Inspectie Gezondheidszorg reorganiseren. ‘Decennia lang hebben 150 zelfstandige inspecteurs geheel naar eigen inzicht gefunctioneerd. De complexere gezondheidszorg van nu vraagt om teamwork en ketenzorg’. De Inspectie voert haar toezicht uit op basis van 25 wetten, de toezichthoudende taak strekt zich uit tot 3000 zorginstellingen en 800.000 zorgprofessionals.
1 juni 2000
De cardioloog en klinisch cardiovasculair farmacoloog professor dr. J.H. Kingma wordt benoemd tot directeur-generaal van de Inspectie voor de Gezondheidszorg.
Juli 2000
De Inspectie voor de Gezondheid IGZ stelt een handelwijze vast voor het omgaan met anonieme klachten en bij meldingen over verslaving en geestelijke stoornissen van beroepsbeoefenaren. Op jaarbasis gaat het om ca. 20 beroepsbeoefenaren met een verslaving.
8 september 2000
Mw. Damink-Huisman dient een schriftelijke klacht in bij de Inspectie voor de Gezondheid IGZ i.v.m. het voorschrijven van Exelon en de twijfels over de juiste diagnose. Jansen Steur zou onvoldoende onderzoek hebben verricht om de diagnose te kunnen vaststellen.
17 oktober 2000
Volgens de inspecteur van IGZ is er sprake van ‘een onzorgvuldig handelen van dr. Jansen-Steur’. Hij adviseert mevrouw Damink-Huisman aan een gesprek te voeren met de arts en als het gesprek onvoldoende resultaat heeft een klacht in te dienen bij de klachtencommissie van het Medisch Spectrum Twente of het tuchtcollege in Twente.
25 oktober 2000
Mw. Damink dient een klacht in bij de klachtencommissie van het MST.
Lijst van wetenschappelijke publicaties van Ernst Jansen Steur. In Nederland is hij de ontdekker van Alzheimer onder jonge patiënten.
Jansen Steur is betrokken bij het opstellen van het landelijk protocol voor de behandeling van Parkinson patiënten.
Overzicht affaire Jansen Steur tot 2001: verkeerde diagnose en voorschrijven verkeerde medicijnen
16 januari 2001
De klachtencommissie acht de klacht van mw. Damink-Huisman gegrond. De dossiervoering is onvolledig en de op het aanvraagformulier vermelde MMSE-score (van 22) is onjuist.
7 februari 2001
Mw. Damink stuurt een brief met de uitspraak van de klachtencommissie naar de inspectie. Ze wil dat de inspectie ‘ingrijpt’.
1 maart 2001
De inspecteur van IGZ geeft aan dat hij maar in beperkte mate kan ingrijpen en adviseert mw. Damink een tuchtklacht in te dienen.
13 maart 2001
Jansen Steur hekelt de verzorgingsstaat in een rouwadvertentie na de dood van een eenzame Hongaarse patiënt.
4 april 2001
De Raad van Bestuur van het Medisch Spectrum Twente legt in een brief aan de neuroloog vast dat de onvolledige dossiervorming, zoals vastgesteld is door de klachtencommissie naar aanleiding van de klacht van mw. Damink-Huisman, een ernstig feit is.
9 april 2001
Jansen Steur is van mening dat de brieven van de Raad van Bestuur naar aanleiding van het rapport van de klachtencommissie over de klacht van mw. Damink zijn imago beschadigen en beklaagt zich daarover.
13 juli 2001
In verband met de door haar ingediende tuchtklacht ontvangt mw. Damink stukken uit haar medische dossier, waaruit blijkt dat zonder haar toestemming DNA onderzoek is gedaan aan de hand van afgenomen bloed. Ze dient een tweede klacht in bij de tuchtcommissie en breidt haar tuchtklacht uit met deze nieuwe feiten.
1 augustus 2001
De IGZ wil dat er een Task Force komt om bijna fouten en onnodige sterfgevallen te onderzoeken. Er is weinig (politieke) steun voor dit idee.
30 oktober 2001
De heer en mw. Damink bespreken hun klachten met de inspecteur van de IGZ en kondigen het bezoek aan van de secretaris van de Raad van Bestuur van MST
5 november 2001
Mw. Damink-Huisman laat de Inspectie voor de Gezondheidszorg weten dat ze haar melding inzake de neuroloog intrekt.
7 december 2001
Mw. Damink-Huisman tekent een ‘vaststellingsovereenkomst’ met het ziekenhuis Medisch Spectrum Twente (MST). Het blijkt een ‘zwijgcontract’: ze mag niet meer spreken over wat haar is overkomen bij de neuroloog.
Bespreking van de klachten van mw. Damink-Huisman met de Inspectie voor de Volksgezondheid en de afhandeling en de ‘afkoopregeling’ die getroffen is door de Raad van Bestuur. Professor dr. H.G. Bijker was Voorzitter van de Raad van Bestuur van 1 januari 1997 tot 1 januari 2004.
Afhandeling en bespreking van klachten met patiënten en de Inspectie Gezondheidszorg in de periode 2000 – 2004. Het ontslag van de neuroloog naar aanleiding van een ontdekking van diens medicijnverslaving en een receptvervalsing. Drs. T.R. Zijlstra was lid van de Raad van Bestuur van 1 februari 2001 tot 30 juni 2004.
De commissie Hoekstra constateert uit de reacties van de heer Kingma dat hij in zijn functie als Inspecteur Generaal van de Inspectie Gezondheidszorg uitsluitend bekend geweest is met een melding betreffende een verslaafde neuroloog uit het Medisch Spectrum Twente en dat de melding van de heer Hollander niet in verband werd gebracht met deze neuroloog.
Onderzoeksverslag naar de afhandeling van klachten en acties van de Inspectie Gezondheidszorg bij gebeurtenissen rond een neuroloog in Twente, in de periode 2000 tot 2009.
Overzicht affaire Jansen Steur tot 2002: verkeerde diagnose en voorschrijven verkeerde medicijnen 2002
14 januari 2002
IGZ ontvangt een melding van de echtgenoot van patiënte Hollander. Zijn partner is op 25 februari 2001 overleden en hij wil achter de toedracht komen van het overlijden van zijn vrouw.
6 februari 2002
De IGZ laat dhr. Hollander weten nader onderzoek van groot belang te achten. Vanaf maart richt dit onderzoek zich vooral op een eventueel mankement aan een infuusapparaat.
24 juli 2002
In een interview in de TV rubriek 2 Vandaag geeft Jansen Steur, die gespecialiseerd is in de ziekte van Parkinson, zijn mening over de gezondheidssituatie van Prins Claus.
In deze periode zijn er ook patiënten met positieve ervaringen: ‘Mijn echtgenote was in de jaren 2001-2002 patiënte van dokter Jansen Steur. Tijdens de bezoeken, waar ik altijd bij was, is zij steeds keurig behandeld, hij was altijd zeer vriendelijk en duidelijk in zijn beantwoording op onze vragen. Ook de medicijnen die hij haar voorschreef hebben haar naar behoren geholpen.
2 september 2002
De heer Hollander dient een klacht in bij de klachtencommissie MST in verband met het overlijden van zijn echtgenote na het loslaten van een infuusapparaat. Zijn echtgenote was overleden na een operatie in het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam, In het MST was Jansen Steur de hoofdbehandelaar geweest. Het defect met het infuusapparaat was in het MST niet tijdig opgemerkt.
Overzicht affaire Jansen Steur tot 2003: verkeerde diagnose en voorschrijven verkeerde medicijnen
31 januari 2003
De IGZ bespreekt met dhr. Hollander de rapportage van de fabrikant over het infuusapparaat.
1 mei 2003
Neuroloog Jansen Steur werkt 25 jaar in het ziekenhuis. Hij bekleedt diverse nevenfuncties. Zo is hij Vicevoorzitter van de Medische Adviesraad van de Parkinson Patiënten Vereniging en Voorzitter van de Stichting Tulp, die zich tot doel stelt de landelijke Parkinsonzorg te verbeteren.
6 mei 2003
Jansen Steur wordt in het MST betrapt op het wegnemen van medicijnen uit de medicijnkast.
7 mei 2003
De neuroloog geeft toe medicijnen voor eigen gebruik te hebben ontvreemd.
23 mei 2003
De klachtencommissie van het MST verklaart het door de heer Hollander naar voren gebrachte feit dat nooit antwoord is gegeven op de vraag waaraan mevrouw Hollander leed ongegrond. Slechts op één onderdeel – dat men in het MST niet op de röntgenfoto’s had gezien dat de katheder van de port-à-cath had losgelaten – verklaarde de commissie de klacht gegrond.
5 augustus 2003
Op 5 augustus 2003 is er een tweede gesprek van de inspectie met de heer Hollander. Tijdens dit gesprek bleek dat de heer Hollander nog geen reactie had vernomen van de Raad van Bestuur op de uitspraak van de klachtencommissie.
Oktober 2003
Een apotheker waarschuwt de voorzitter van de medische staf van het MST dat Jansen overmatig veel Dormicum aan zichzelf voorschrijft. Het middel werkt spierontspannend, rustgevend en maakt suf.
18 november 2003
Melding van een apotheker bij de IGZ over het grootverbruik van Dormicum® 15mg door de neuroloog.
20 november 2003
De IGZ sluit de melding van dhr. Hollander nadat de fabrikant van het infuusapparaat het onderzoek heeft afgerond.
December 2003
De IGZ ontvangt twee anonieme telefonische berichten van collega’s van de neuroloog.
10 december 2003
Na een gesprek met de clustermanager en de personeelsfunctionaris, die handelt in opdracht van de Raad van Bestuur, gaat Jansen Steur met (gedwongen) ziekteverlof, nadat aan het licht gekomen is dat hij recepten heeft vervalst ten behoeve van eigen gebruik.
23 december 2003
In de eerste weken na de waarneming van de praktijk van Jansen Steur ontdekken neurologen moeilijk te verklaren misdiagnoses en verkeerde (medicamenteuze) behandelingen. Ze melden hun ervaringen aan de Raad van Bestuur en krijgen de opdracht geen informatie ‘naar buiten’ te brengen.
Overzicht affaire Jansen Steur: verkeerde diagnose en voorschrijven verkeerde medicijnen 2004
16 januari 2004
MST spreekt met Jansen Steur af dat werkhervatting aan de orde kan komen als uit een onafhankelijke verklaring van een professionele hulpverlener blijkt dat dit verantwoordt kan.
2 februari 2004
MST ontvangt een klacht over Jansen Steur. De klager verwijt hem dat hij ten onrechte de diagnose Alzheimer heeft gesteld, onterecht een behandeling met Exelon heeft voorgeschreven en op ondeskundige wijze een lumbaalpunctie heeft uitgevoerd.
16 februari 2004
Een concept vertrekregeling voor Jansen Steur wordt door dhr. Zijlstra aan de Raad van Bestuur van het MST voorgelegd.
26 februari 2004
De vakgroep van neurologen zegt het vertrouwen op in oud collega Jansen Steur.
Eind februari 2004
De Raad van Bestuur van het MST ontvangt een brief van de psychiater die Jansen behandeld. Deze stelt dat werkhervatting verantwoord is.
4 maart 2004
Het MST ontvangt een nieuwe klacht over Jansen Steur. De klager verwijt hem dat hij op basis van onvoldoende onderzoek de diagnose MS heeft gesteld met een daarop gerichte medicamenteuze behandeling en dat geen heroverweging van de diagnose heeft plaatsgevonden toen geen verbetering optrad.
10 maart 2004
Na vragen van een journalist van het dagblad de Telegraaf over het ontslag van een neuroloog wegens opiatenverslaving vraagt de Inspectie de Raad van Bestuur van het MST om hem te informeren over de affaire Jansen en wil ze weten waarom niet eerder melding is gedaan.
23 maart 2004
In het reguliere overleg met de Inspectie doet dhr. Zijlstra melding van enkele onjuiste diagnoses van neuroloog Jansen Steur. Volgens de Raad van Bestuur is er sprake van gerommel met medicijnen en is de neuroloog met ziekteverlof gestuurd in afwachting van een definitieve regeling. De raad meldt dat er 3 klachten en 1 claim over Jansen zijn binnengekomen.
April 2004
De Parkinson Vereniging die opkomt voor de belangen van patiënten met de ziekte van Parkinson, of Parkinsonisme en voor hun familieleden; kent in 2004 de Mies Rijksen prijs uit aan Jansen Steur voor zijn verdiensten.
5 april 2004
Na een verschil van inzicht over de toepassing van ICT vertrekt dhr. Zijlstra, die tot op dat moment de eindverantwoordelijke is voor de besluitvorming rond Jansen Steur, op zeer korte termijn. De heer Ramaker blijft als enig bestuurder over.
7 april 2004
De IGZ beklaagd zich over late informatie en het ontbreken van afschriften en documenten in relatie met het disfunctioneren van Jansen Steur. Ook informeert de inspecteur naar de status van de vertrekregeling.
8 april 2004
De secretaris van de Raad van Bestuur informeert de IGZ over de voortgang rond de vertrekregeling.
April 2004
Jansen Steur heeft moeite met de voorwaarde in de vertrekregeling dat hij tot 1 oktober 2005 niet meer als arts mag werken.
20 april 2004
De afspraak dat Jansen Steur zijn beroep tot 1 oktober 2005 niet mag uitoefenen blijft onderdeel van de regeling. IGZ start een eigen onderzoek om te beoordelen of de specialist t.z.t. weer mag werken.
24 mei 2004
In een gesprek met de inspectie geeft de neuroloog aan de vertrekregeling te accepteren. Hij wil zijn werk als arts in de toekomst wel weer oppakken. De inspectie wil aan werkhervatting strikte schriftelijke afspraken verbinden in de vorm van een onvoorwaardelijke maatregel. Als de neuroloog daaraan niet voldoet zal de inspectie het College Medisch Toezicht verzoeken over te gaan tot doorhaling uit het BIG-register.
14 juni 2004
De Raad van Bestuur sluit een vaststellingsovereenkomst met Jansen Steur. Hij zal gebruik maken van een VUT-regeling en oefent zijn beroep niet meer uit.
Juni 2004
Volgens dhr. Zijlstra ontving de neuroloog geen gouden handdruk.
Juni 2004
Na inschatting van de vakgroep neurologen zijn alle patiënten van Jansen Steur nu gezien. De diagnoses zijn waar nodig gecorrigeerd, behandelingen zijn bijgesteld, soms na moeizame gesprekken met patiënten. Een documentatie of overzicht over totaal aantal misdiagnoses en onjuiste behandelingen is niet opgemaakt.
9 juli 2004
Op 9 juli 2004 schrijft de IGZ een brief aan de Raad van Bestuur dat zij op 25 juni van dat jaar de ondertekende vaststellingsovereenkomst heeft ontvangen. De IGZ heeft een eigen traject met Jansen Steur ingezet. Ten slotte vraagt zij de Raad van Bestuur om informatie over de uitkomst van twee in behandeling zijnde klachten. Een reactie hierop blijft uit.
12 juli 2004
De Inspectie voor de Gezondheid IGZ vraagt bij de psychiater en psycholoog van Jansen Steur informatie op om te beoordelen of de neuroloog zich houdt aan de afgesproken voorwaarden.
14 juli 2004
De inspectie verricht onderzoek bij de apotheek in Enschede en constateert dat er vier recepten zijn vervalst, de laatste op 24 mei 2004.
21 juli 2004
De klachtencommissie MST doet uitspraak over een op 4 maart ontvangen klacht en biedt het rapport daarover aan dhr. Ramaker aan. De klachtencommissie oordeelt dat de klachten gegrond zijn
23 juli 2004
De Inspectie voor de Gezondheid IGZ benadert een onafhankelijke psychiater met de opdracht Jansen Steur te onderzoeken en een onderzoeksrapport op te stellen.
3 augustus 2004
De klachtencommissie stuurt een volgend rapport aan de Raad van Bestuur naar aanleiding van de klacht over een misdiagnose MS. De klachtencommissie acht de klachten gegrond.
4 augustus 2004
De inspecteur van de IGZ legt de casus van de neuroloog telefonisch en geanonimiseerd voor aan de officier van justitie in Almelo. De receptvervalsing en de verslavingsproblematiek komen aan de orde. Bij strafbare feiten na 24 mei 2004 zal alsnog worden overgegaan tot aangifte.
23 augustus 2004
De Raad van Bestuur informeert de Raad van Commissarissen van het MST over het vertrek van Jansen Steur. Er wordt geen melding gemaakt van verkeerde diagnoses of anderszins van onverantwoorde zorg. Evenmin wordt gesproken over schadeclaims en klachten. De Raad van Commissarissen beschouwt de affaire als een ongelukkig incident en kan zich vinden in de gekozen afhandeling.
26 augustus 2004
Bij een intern onderzoek komt het MST tot de conclusie dat vooral onvoldoende informeren de grondslag is van de diverse klachten tegen Jansen Steur. De Raad van Bestuur stuurt een excuusbrief aan een van de klagers.
8 oktober 2004
De klachtencommissie stuurt de Raad van Bestuur haar rapport over de op 2 februari 2004 ontvangen klacht over een misdiagnose. De klachtencommissie acht de klacht op alle onderdelen gegrond
25 oktober 2004
De Raad van Bestuur ontvangt weer een rapport van de klachtencommissie. De klacht betreft het verwijt van de patiënt dat Jansen onterecht botox in de voeten heeft ingespoten en voorts dat hij geen medewerking heeft verleend aan beoordeling door een andere arts en niet is opgetreden als coördinator van zorg. Ten aanzien van het eerste klachtonderdeel oordeelt de klachtencommissie dat zij niet kan beoordelen of er verband is tussen botox en verlammingsverschijnselen. Het tweede klachtonderdeel acht zij ongegrond, het derde gegrond.
30 november 2004
De secretaris van de Raad van Bestuur biedt aan de patiënt die op 2 februari een klacht heeft ingediend, zijn oprechte excuses aan. Hij geeft aan dat MST stappen heeft ondernomen die herhaling onmogelijk maken.
2000-2004
Inspectie voor de Gezondheid IGZ komt later tot de conclusie dat het de signalen voor het disfunctioneren van dr. Jansen in deze periode onvoldoende heeft onderzocht. Omstandigheden die een rol speelden zijn o.a. de lange periode waarop deze signalen betrekking hadden, het onvoldoende zicht op de samenhang ertussen en onderschatting van de ernst van de zaak.
Verkeerde diagnose en voorschrijven verkeerde medicijnen 2005
7 januari 2005
De door Jansen Steur ingeschakelde psychiater laat Inspectie voor de Gezondheid IGZ naar aanleiding van de op 12 juni 2004 gestelde vragen weten dat hij zich niet competent acht om de bekwaamheid en geschiktheid van Jansen Steur te beoordelen.
4 april 2005
Een onafhankelijke, door de Inspectie voor de Gezondheid IGZ aangesteld psychiater, onderzoekt Jansen Steur om vast te stellen in hoeverre hij van zijn verslaving is genezen en zijn beroep weer kan uitoefenen.
25 april 2005
De heer Ramakers, voorzitter van de Raad van Bestuur, wordt door de Raad van Commissarissen op non-actief gesteld na een mislukte reorganisatie. Hij wordt vervangen door een interim bestuurder, dhr. Overkamp.
29 april 2005
De Inspectie ontvangt het rapport van de door haar aangestelde onafhankelijke psychiater. De conclusies zijn: de neuroloog heeft inzicht gekregen in zijn verslavingsgedrag, er is geen sprake meer van een verslaving. Hij waarschuwt wel voor het risico van recidive.
Mei 2005
De kwestie Jansen Steur is geen item meer in het ziekenhuis. Er is sprake van negen meldingen waarvan er zich vijf ontwikkelden tot claims over een periode van 1998 tot eind 2003. Eind 2003 is de neuroloog op non-actief is gesteld.
6 juni 2005
Jansen Steur neemt contact op met de inspecteur en vraagt naar het standpunt van Inspectie voor de Gezondheid IGZ naar aanleiding van het rapport van de onafhankelijke psychiater.
Juni 2005
De Raad van Commissarissen van het MST trekt een tweede ad interim bestuurder aan, dhr. Keim. De Raad van Bestuur bestaat nu uit twee interim bestuurders.
7 juli 2005
De inspecteur van de IGZ voert een tweede gesprek met Jansen. De op 24 mei 2004 vastgelegde afspraken worden bevestigd. Jansen zegt zijn medewerking toe.
Juli – december 2005
De neuroloog houdt zich aan de afspraken met de Inspectie en is daarbij geheel coöperatief. Uit navraag bij apotheken en de verzekeraar van MST blijkt dat de neuroloog geen recepten meer heeft uitgeschreven of voor zichzelf gedeclareerd.
3 september 2005
Enkele patiënten willen genoegdoening voor hun leed en schakelen letselschadebureau Drost in Hengelo in. Jansen Steur zegt niets te weten over gegronde klachten. Andere patiënten roemen zijn optreden ‘Hij liep als enige rond half elf ‘s avonds nog rond bij z’n patiënten. Hij had hart voor de zaak.
16 september 2005
De nieuwe secretaris van de Raad van Bestuur informeert de interim bestuursleden over de kwestie Jansen. Vanaf 1 oktober is er geen overeenkomst meer met Jansen. Er zijn ‘wat’ klachten. Uit later onderzoek blijkt dat er op dat moment 7 klachten en 8 claims zijn ingediend.
21 september 2005
E. Jansen Steur zou meerdere patiënten ten onrechte hebben verteld, dat zij leden aan de ziekte van Parkinson of multiple sclerose. De neuroloog ontkent fouten te hebben gemaakt.
26 september 2005
Naar aanleiding van berichten in de media laat de interim voorzitter van de Raad van Bestuur, dhr. Overkamp, uitzoeken wat er aan de hand is. Volgens een memo van de bedrijfsjurist is er geen sprake van een cumulatie van klachten.
4 oktober 2005
De klachtencommissie ontvangt een nieuwe klacht van een oud-patiënt. De klager verwijt Jansen Steur dat hij ten onrechte de diagnose „beginnende vorm van dementie‟ heeft gesteld, waarbij ook het woord Alzheimer is gebruikt.
9 oktober 2005
MST laat in persverklaring weten dat alle klachten en claims tegen het ziekenhuis zorgvuldig behandeld zullen worden.
9 oktober 2005
Het krantenartikel leidt tot ca. 40 oud-patiënten zich melden bij letselspecialist Drost. Dit gegeven is voor de Raad van Bestuur geen aanleiding om in gesprek te gaan met Drost. Ze besluit af te wachten waar de letselspecialist mee komt. De Raad van Commissarissen krijgt inzage in de afhandeling van claims en vindt het optreden van de Raad van Bestuur adequaat.
12 oktober 2005
Een oud-patiënt dient een klacht in tegen Jansen Steur. Het verwijt is dat ten onrechte de diagnose MS is gesteld en dat daarvoor onterecht medicatie is voorgeschreven.
12 oktober 2005
De Raad van Bestuur en de medische staf bespreken de lessen voor de toekomst aan de hand van de casuïstiek Jansen. Om in de toekomst disfunctioneren van medische professionals te voorkomen zullen functioneringsgesprekken plaatsvinden en komt er een protocol over het omgaan met disfunctionerende medewerkers.
13 oktober 2005
Het MST ontvangt twee nieuwe claims van oud-patiënten.
19 oktober 2005
Een medewerker van de zorgverzekeraar Menzis meldt bij de Inspectie voor de Gezondheid IGZ dat hij heeft vernomen dat Jansen Steur solliciteert bij een Duitse kliniek.
24 oktober 2005
Jansen Steur belt met de inspecteur van de IGZ met de mededeling dat hij graag weer aan de slag wil als arts. Hij heeft contacten gelegd om te solliciteren.
15 november 2005
Een medewerker van letselspecialist Drost vraagt bij MST de medische dossiers op van ca. 40 oud-patiënten. De bedrijfsjurist meldt hem dat bij MST en Medirisk, de verzekeraar, geen behoefte bestaat aan een gesprek en dat rechtmatige verzoeken worden gehonoreerd.
25 november 2005
Inspectie voor de Gezondheid IGZ doet bij de zorgverzekeraar navraag naar het voorschrijven van recepten door Jansen Steur om na te gaan of hij nog verslaafd is.
7 december 2005
De bedrijfsjurist van MST informeert Medirisk over de lopende claims.
12 december 2005
De Raad van Bestuur ontvangt het rapport van de klachtencommissie over de n op 12 oktober 2005 ingediende klacht. De klachtencommissie acht de klacht gegrond. De manager concernstaf biedt de klaagster per brief excuses aan voor de verwarring ten aanzien van de (achteraf onjuist gebleken) diagnose.
Overzicht affaire Jansen Steur tot 2006: verkeerde diagnose en voorschrijven verkeerde medicijnen
3 januari 2006
Jansen Steur krijgt van de inspecteur van IGZ toestemming om onder voorwaarden te solliciteren.
1 februari 2006
Prof. dr. J. H. (Herre) Kingma, start in zijn nieuwe functie als voorzitter van de Raad van Bestuur van Medisch Spectrum Twente. In februari beëindigd dhr. Overkamp zijn functie. Er vindt geen dossieroverdracht over de affaire Jansen plaats door de zittende ad interim bestuurders. De heer Keim vertrekt in oktober.
3 maart 2006
De klachtencommissie biedt haar rapport betreffende de op 4 oktober 2005 ontvangen klacht over Jansen Steur. De commissie acht de klacht gegrond. Zij is van oordeel dat de neuroloog ten onrechte de hersen-SPECT onderzoeken heeft gebruikt voor het stellen van deze diagnose.
14 maart 2006
De Inspectie voor de Gezondheid IGZ informeert Jansen dat onderzoek bij de zorgverzekeraar naar zijn voorschrijfgedrag geen onregelmatigheden heeft opgeleverd.
21 maart 2006
Jansen Steur informeert de Inspectie voor de Gezondheidszorg dat hij heeft gesolliciteerd op een functie bij het ST Georg Krankenhaus te Schmallenberg.
21 juni 2006
De inspecteur van de IGZ neemt met het Duitse ziekenhuis contact op en verneemt dat Jansen Steur wel gesproken heeft over een burn-out maar niet over een verslavingsprobleem.
Juni 2006
Het totale aantal claims betreffende Jansen Steur is opgelopen tot 18, de laatste klacht inzake het stellen van een onjuiste diagnose is op 3 maart afgehandeld.
10 juli 2006
Jansen Steur informeert de Inspectie voor de Gezondheid IGZ dat hij zijn nieuwe werkgever op de hoogte heeft gesteld van zijn verslavingsprobleem en stuurt een afschrift van de brief met deze melding.
19 juli 2006
De Inspectie voor de Gezondheid IGZ laat Jansen Steur weten tevreden te zijn met zijn uitleg.
4 augustus 2006
De Inspectie voor de Gezondheid IGZ informeert de neuroloog dat ze het dossier sluit. Als Jansen in de toekomst nog in Nederland wil werken moet hij de Inspectie voor de Gezondheid IGZ berichten over plaats en aard van de voorgenomen werkzaamheden.
Verkeerde diagnose en voorschrijven verkeerde medicijnen 2007
April – mei 2007
De bedrijfsjurist informeert dhr. Kingma over de claimbehandelingen, maar geeft niet aan dat het bij Jansen Steur om heel veel verschillende claims gaat.
1 mei 2007
Iedere maand zijn vermijdbare doden in ieder ziekenhuis, naar schatting 1735 per jaar. Is het werkelijk tot de medische wereld doorgedrongen dat we onze processen radicaal moeten veranderen om mensenlevens te sparen?
16 oktober 2007
MST ontvangt claim nr. 25 betreffende Jansen Steur. Dit is tot januari 2009, als de zaak opnieuw uitgebreid in de media ter sprake komt, de laatste in de rij. De Inspectie voor de Gezondheid IGZ heeft in de periode 2005 tot 2009 geen meldingen meer ontvangen.
Verkeerde diagnose en voorschrijven verkeerde medicijnen 2008
Mei – augustus 2008
De Raad van Bestuur wil meer inzicht in claims en klachten en laat een verfijnd overzicht maken, dat periodiek op de agenda wordt opgevoerd.
Overzicht affaire Jansen Steur: verkeerde diagnose en voorschrijven verkeerde medicijnen 2009
12 januari 2009
De Hengelose letselschadespecialist Yme Drost eist namens enkele patiënten snel uitsluitsel over de vraag of justitie een vervolging instelt tegen Jansen Steur. Hij heeft justitie anderhalf jaar geleden al gevraagd om vervolging. Justitie spreekt van een moeilijke zaak, maar zal het onderzoek alsnog doen. Gedupeerde oud-patiënten beschuldigen hem o.a. van valsheid in geschrifte.
16 januari 2009
Verslaggevers van TC Tubantia en RTV Oost ontdekken dat Jansen Steur na z’n vertrek uit het MST als neuroloog in Duitsland werkt in de privékliniek Schlossberg in Bad Laasphe. De Duitse kliniek is niet op de hoogte van de problemen rond de neuroloog.
17 januari 2009
De directie van de privékliniek in Bad Laasphe zegt het vertrouwen op in Jansen Steur. Hij moet vertrekken om de goede naam van de kliniek te beschermen, er zijn geen aanwijzingen dat er iets aan zijn werk mankeerde.
21 januari 2009
Onder invloed van medicamenten stelde Jansen Steur bij tientallen patiënten een onjuiste diagnose.
21 januari 2009
De voorzitter van de Raad van Bestuur van het MST, Herre Kingma, verklaart dat de keuze van het vroegere bestuur om de zaak stil te houden, vragen was om problemen. Hij deelt mee dat het MST een extern onderzoek laat uitvoeren gaat om alle feiten boven tafel te krijgen.
22 januari 2009
Herre Kingma wordt geconfronteerd met het ‘zwijgcontract’ dat het ziekenhuis in 2001 met mw. Damink is overeengekomen. Hij heft het spreekverbod met onmiddellijke ingang op.
23 januari 2009
Ineke Damink vertelt in de media over haar ervaringen met Jansen Steur en de klachtenafhandeling in de periode 1999-2001.
23 januari 2009
Letselspecialist Drost doet bij justitie aangifte tegen Jansen Steur. De aangifte heeft betrekking op dood door schuld
29 januari 2009
De heer Kingma geeft openheid over zijn rol en kennis met betrekking tot de affaire Jansen Steur.
30 januari 2009
Medische wereld stopt missers van collega’s in de doofpot.
31 januari 2009
De in opspraak geraakte neuroloog was verslaafd aan slaapmiddelen.
31 januari 2009
De omstreden neuroloog Jansen Steur heeft zijn fouten niet opzettelijk gemaakt en te veel vertrouwd op de techniek bij zijn diagnoses. Het probleem is dat scans ook afwijkingen kunnen laten zien die bij gezonde mensen kunnen voorkomen.
4 februari 2009
MST stelt een centraal punt in voor vragen van oud patiënten of anderen met betrekking tot de opspraak geraakte neuroloog.
13 februari 2009
Justitie merkt ex-neuroloog Jansen Steur officieel aan als verdachte van valsheid in geschrifte en eenvoudige mishandeling met als bijzonderheid het benadelen van de gezondheid en zwaar lichamelijk letsel door schuld.
17 februari 2009
Onderzoeksverslag over het handelen van IGZ rond de affaire Jansen Steur. Het verslag is een reconstructie van het handelen van de inspectie in de periode 2000 tot 2006
3 maart 2009
Probeerde het MST foutief handelen van de neuroloog in de doofpot te stoppen? Bij alle ophef klinkt de roep om de onderste steen boven te krijgen.
17 maart 2009
De Raad van Bestuur stelt een externe onderzoekscommissie in om de feiten rond de neurologiepraktijk van dr. E. Jansen in beeld te brengen en conclusies en aanbevelingen te formuleren. De commissie staat onder voorzitterschap van prof. dr. W. Lemstra.
April 2009
Na de media aandacht zijn 32 claims betreffende Jansen Steur ingediend. Het totale aantal is gestegen van 25, in de periode tot 1 januari 2009, naar 57 in april 2009.
24 juli 2009
Professor Legemaate van de Vrije Universiteit Amsterdam heeft op verzoek van de minister van VWS, in relatie met de affaire Jansen Steur, een advies opgesteld over de toekomstige werkwijze van de Inspectie voor de Gezondheid IGZ. In een brief aan de Tweede Kamer gaat minister Klink in op dit advies. De minister is voorstander van het expliciet regelen van de verantwoordelijkheden van het bestuur en de medische professionals van zorginstellingen. Hij wil een onafhankelijke geschillencommissie om klachten te beoordelen, transparantie over beroepsbeperkende maatregelen (een openbaar deel van het BIG register) en een EU registratiesysteem.
1 september 2009
En waar was de patiënt..? Rapport van de commissie Lemstra over het (dis)functioneren van een specialist en zijn omgeving. De commissie onderzocht in opdracht van de Raad van Bestuur de concrete situatie rond het functioneren van de neuroloog met het doel daaruit lessen te trekken voor de toekomst. Een belangrijke motivatie was ook het geven van openheid aan patiënten van deze neuroloog en daarmee het beantwoorden van vragen die bij hen leven. De casus van dr. Jansen betreft receptvervalsing, verkeerde diagnosestelling en medicijnverslaving. Het rapport omschrijft Jansen Steur als een solist. De schade voor patiënten had kunnen worden beperkt als de patiënt voorop had gestaan.
2 september 2009
De Twentse Courant Tubantia publiceert reacties van patiënten op het rapport van de commissie Lemstra.
9 september 2009
Brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, dr. A. Klink aan de leden van de Tweede Kamer, met een reactie op het rapport van de commissie Lemstra.
9 september 2009
Gedupeerden van Jansen Steur zijn ervan overtuigd dat dhr. Kingma in zijn vorige functie als inspecteur-generaal voor de Gezondheidszorg geweten moet hebben van de praktijken van de neuroloog. Kingma ontkent dit ten stelligste.
24 september 2009
De minister van VWS zegt in het Algemeen Overleg over toezicht en de Inspectie voor de Gezondheid IGZ van 24 september 2009 de vaste Commissie van VWS van de Tweede Kamer toe een extern onderzoek naar de IGZ te laten uitvoeren in het kader van de zogenoemde neuroloogcasus. De Tweede Kamer wil ook weten wie binnen de IGZ wanneer over welke relevante informatie met betrekking tot de neuroloogcasus beschikte en wat betrokkene met die informatie heeft gedaan.
September 2009
De Inspectie voor de Gezondheidszorg reageert op de kritiek. De Inspectie vertrouwde op de Raad van Bestuur, die meermaals verzekerde dat de kwaliteit van zorg niet in het geding was. Achteraf stelt de Inspectie voor de Gezondheid IGZ vast dat dit vertrouwen niet gerechtvaardigd was.
25 september 2009
MST gaat alsnog alle patiëntendossiers van Jansen Steur onderzoeken om na te gaan of er nog patiënten zijn met een foutieve diagnose. Herre Kingma is furieus dat persoonlijke aantekeningen van Jansen Steur uit de dossiers zijn verwijderd. Volgens betrokken artsen ging het om onleesbare, onbegrijpelijke aantekeningen en soms ook foto’s van familieleden van ex-patiënten.
7 oktober 2009
Justitie informeert gedupeerde ex-patiënten van Jansen Steur dat de neuroloog wordt vervolgd voor mishandeling en valsheid in geschrifte. Ook opent justitie een gerechtelijk vooronderzoek tegen het MST om na te gaan of het ziekenhuis als rechtspersoon medeverantwoordelijk is aan strafbare feiten.
20 oktober 2009
Neuroloog Jansen Steur betuigt spijt. Hij erkent dat hij fouten heeft gemaakt. ‘Ik betreur dat meer dan mijn persoonlijke neergang. Het is afschuwelijk wat mij is overkomen, ellendig, maar het is niets vergeleken met wat ik patiënten heb aangedaan’
10 november 2009
Op verzoek van de Tweede Kamer komt er een tweede onderzoek onder leiding van Professor Wolter Lemstra. Hij moet uitzoeken wie, wanneer van de kwestie op de hoogte was en wat met die kennis is gedaan.
Overzicht affaire Jansen Steur tot 2010: verkeerde diagnose en voorschrijven verkeerde medicijnen
27 mei 2010
Brief aan de Tweede Kamer van minister Klink VWS over het feitelijke functioneren van de Inspectie voor de Gezondheidszorg, naar aanleiding van het onderzoek van de commissie Hoekstra. De aanbevelingen over de interne organisatie en werkwijze bij de aanpak van individuele klachten en meldingen komen aan bod bij het al ingezette veranderingsproces van de IGZ.
28 mei 2010
Onderzoek uitgevoerd door de commissie Hoekstra in opdracht van de
Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport naar de rol van de Inspectie voor de Gezondheidszorg in de casus Jansen Steur over de periode 2000 tot 2009. Samenvatting van de conclusies.
28 mei 2010
De inspectie en de neuroloog; wat heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg gedaan met de informatie over Jansen Steu
28 mei 2010
De commissie Hoekstra concludeert dat Herre Kingma, destijds de hoogste baas van de Inspectie voor de Gezondheid IGZ, niet op de hoogte van mogelijke problemen rond Jansen Steur.
28 mei 2010
Oud inspecteur van de Inspectie voor de Gezondheidszorg vindt nog steeds dat hij goed gehandeld heeft in de zaak van Jansen Steur.
28 mei 2010
Inspectie voor de Gezondheidszorg informeerde Duits ziekenhuis over achtergronden Jansen Steur. Gespreksverslag dr van Nugteren met de commissie Hoekstra.
2 september 2010
De tweede door het MST ingestelde externe onderzoekscommissie, ‘Lemstra II’, brengt het rapport ‘Heel de patiënt’ uit. De commissie onderzocht de vraag wat betrokkenen vanaf het vertrek van Jansen Steur tot heden hebben geweten van het disfunctioneren van Jansen en wat zij met die kennis hebben gedaan. Belangrijke maatregelen om herhaling te voorkomen zijn het invoeren van een helder systeem van periodieke beoordelingen inclusief de rapportages aan leidinggevenden, het sturen op klachten en claims, het invoeren van een calamiteitenplan en een snelle en zorgvuldige afhandeling van claims.
4 september 2010
De voormalige topman dhr. Ramaker van het Medisch Spectrum Twente wil niet reageren op de harde kritiek op hoe hij de affaire Jansen Steur afhandelde. Hij weigerde ook al de onderzoekscommissies Lemstra I , II en Hoekstra te woord te staan.
Verkeerde diagnose en voorschrijven verkeerde medicijnen 2011
4 maart 2011
In 2010 werkte Jansen Steur, via een uitzendbureau voor specialisten, tenminste 1 maand in het Duitse Mittelweser ziekenhuis in Nienburg
5 maart 2011
Strafzaak Jansen Steur blijft uit tot onbegrip van gedupeerden.
14 maart 2011
Een patiënte van de verdachte neuroloog Jansen Steur heeft destijds zelfmoord gepleegd nadat hij een onjuiste diagnose bij haar had gesteld. De familie deed hiervan aangifte bij justitie.
3 mei 2011
De val van een briljant arts. Een samenvatting van het dossier Jansen Steur.
26 oktober 2011
MST organiseert het congres ‘Fout gegaan! Goed gedaan?’ over het omgaan met fouten in ziekenhuizen. Er zijn enkele honderden deelnemers, vooral uit de medische wereld. Het MST heeft een nieuw functioneringssysteem ingevoerd, een heldere managementrapportage ontwikkelt voor klachten en claims, een calamiteitenplan ingevoerd en maatregelen getroffen om de samenwerking tussen medische professionals te bevorderen. Op het congres komen ook nabestaanden van patiënten aan het woord om over hun ervaringen te vertellen.
27 oktober 2011
Verslag van het congres ‘Fout gegaan! Goed gedaan’. Professor W. Lemstra vindt dat de Tweede Kamer boter op het hoofd heeft als het gaat om de positie van patiënten die het slachtoffer worden van een medische fout.
15 november 2011
De Raad van Bestuur van het MST geeft twee specialisten opdracht onderzoek te doen naar de ‘hersenoperaties’, die zijn aangevraagd door de omstreden ex neuroloog Jansen Steur. Onderzocht wordt of hij die op twijfelachtige indicaties liet doen.
Overzicht affaire Jansen Steur tot 2012: verkeerde diagnose en voorschrijven verkeerde medicijnen
31 maart 2012
Voor de zomer wordt het duidelijk welke vergrijpen Jansen Steur ten laste worden gelegd. Het openbaar ministerie heeft de zaak in handen gegeven van het medisch expertisecentrum van justitie in Rotterdam.
29 mei 2012
Het openbaar ministerie gaat Jansen Steur vervolgen voor onder meer het stellen van verkeerde diagnoses. Gedupeerde patiënten reageren opgelucht nu de rechtszaak eindelijk begint.
1 juni 2012
Gedupeerden krijgen uitleg van het Openbaar Ministerie over de feiten die Jansen Steur ten laste worden gelegd. Het zwaarste verwijt is het opzettelijk benadelen van de gezondheid van patiënten met zwaar lichamelijk letsel of zelf de dood ten gevolge.
27 november 2012
Op de eerste regiezitting van het proces tegen Jansen Steur is de verdachte niet aanwezig. Zijn advocaat zal uitstel vragen en heeft volgens eigen zeggen het complete dossier nog niet van het openbaar ministerie gekregen.
28 november 2012
Op de regiezitting van de rechtbank Almelo betreffende de affaire Jansen Steur blijkt dat het Openbaar Ministerie hem verdenkt van 21 strafbare feiten, waaronder zwaar lichamelijk en geestelijk leed. Ook wordt hij beschuldigd van diefstal, verduistering en valsheid in geschrifte. In totaal hebben 40 mensen aangifte tegen hem gedaan. De neuroloog worden 9 zaken ten laste gelegd. Ook zijn er vragen over mogelijk onnodige hersenoperaties door toedoen van Jansen Steur. De rechter honoreert het verzoek van de advocaat van Jansen Steur om meer tijd te krijgen om de nieuwe feiten en processtukken te bestuderen.
29 november 2012
Op 17 december maakt de rechtbank bekend wanneer er een nieuwe regiezitting in de zaak Jansen Steur komt. Die is nodig vanwege de complexiteit en de late aanlevering van stukken.
14 december 2012
Letselspecialist Drost beschuldigt Jansen Steur van het plegen van ongeautoriseerde autopsie.
Overzicht affaire Jansen Steur tot 2013: verkeerde diagnose en voorschrijven verkeerde medicijnen
7 januari 2013
Ziekenhuis Heilbronn was ervan op de hoogte dat Jansen Steur in opspraak was geraakt, maar dit was geen reden om niet met hem in zee te gaan.
9 januari 2013
De verklaring waarmee de omstreden ex-neuroloog Ernst Jansen Steur in Duitsland aan het werk kon, was een Duitse vertaling uit het artsenregister (BIG-register) uit 2006.
10 januari 2013
Het wetenschappelijke werk van Jansen Steur wordt tegen het licht gehouden.
11 januari 2013
Wolter Lemstra is van mening dat de Tweede Kamer niets heeft gedaan met eerdere rapporten over de omstreden neuroloog Ernst Jansen Steur.
15 januari 2013
Er is veel stelligheid over Jansen Steur, maar er zijn weinig feiten en veel vragen. In een wetenschappelijk onderzoek blijkt dat experts op het gebied van de ziekte van Parkinson bij 6 tot 25 procent van de patiënten ten onrechte de diagnose Parkinson stellen. Hoe verhouden de diagnoses van Jansen Steur destijds zich tot deze getallen?
29 maart 2013
Openbaar Ministerie vindt geen strafbare feiten bij onderzoek naar hersenoperaties Twente
29 maart 2013
Minister Schippers wil voorkomen dat slecht functionerende artsen in het buitenland aan de slag kunnen.
3 april 2013
Openbaar Ministerie is klaar met het onderzoek naar door Jansen Steur gepleegde strafbare feiten.
3 april 2013
Tweede regiezitting van de rechtbank Almelo.
3 april 2013
Beslissingen rechtbank op verzoeken van de verdediging. Volgens Van Gaal de advocaat van Jansen Steur is zijn cliënt door alle media-aandacht rondom zijn zaak al bij voorbaat veroordeeld, terwijl volgens hem nog maar moet blijken of hij schuldig is. Hij wil 30 getuigen horen. De rechtbank wijst een deel van de wensen van de verdediging toe.
17 april 2013
Rechtbank Almelo wil zaak tegen Jansen Steur inhoudelijk in november behandelen
1 juli 2013
Jansen Steur is bereid mee te werken aan een gedragskundig onderzoek in de rechtszaak.
4 november 2013
Strafzaak Jansen Steur begint 4 november